
1. Verwijderen van de oude banden: De huidige banden worden verwijderd van de wielen van het voertuig.
2. Inspectie van de banden: De banden worden gecontroleerd op slijtage, beschadigingen, scheuren of onregelmatigheden. Als er een probleem wordt gevonden, kan er worden geadviseerd om de banden te vervangen.
3. Wielen balanceren: Na het wisselen van de banden worden de wielen gebalanceerd om trillingen tijdens het rijden te voorkomen. Dit zorgt voor een stabiele wegligging en voorkomt onnodige slijtage van de ophangingssystemen.
4. Montage van de nieuwe banden: De nieuwe set banden wordt op de wielen gemonteerd en stevig vastgezet.
5. Banden spanning controleren en bijvullen: De bandenspanning wordt gecontroleerd en eventueel bijgevuld volgens de aanbevolen waarden van de fabrikant.